Het is belangrijk om in het eerste gedeelte van het gesprek met de recreatieondernemer goed te luisteren naar de recreatieondernemer. Hoe ziet het beeld er uit dat de recreatieondernemer nu heeft van zijn of haar gasten? In welke belevingswereld denkt de recreatieondernemer dat zijn of haar meeste gasten voorkomen? In hoeverre sluit dit aan bij de eigen belevingswereld van de recreatieondernemer en de uitkomst van de parktest? Hoe omschrijft de recreatieondernemer de eigen doelgroep? Welke informatie moet de gastennulmeting opleveren?

De gastennulmeting kan de recreatieondernemer informatie geven over de belevingswereld van de huidige gasten. Op die manier kun jij samen met de recreatieondernemer kijken of het beeld wat de ondernemer had tijdens het voorgesprek, overeen komt met de werkelijkheid. Misschien wil de recreatieondernemer ook wel wat meer weten over de belevingswereld van bepaalde groepen op bepaalde momenten. Het kan bijvoorbeeld zijn dat  de recreatieondernemer er van overtuigd is dat er in het weekend een hele andere belevingswereld op het recreatiebedrijf aanwezig is, in vergelijking met een doordeweekse dag. Dan is het verstandig om af te spreken wanneer je de gastennulmeting gaat afnemen.

Er zijn verschillende soorten recreatieondernemingen. Voor het gemak maakt RECRON gebruik van bedrijfsgroepen. Een bedrijfsgroep is een groep recreatiebedrijven die een zelfde recreatieproduct aanbieden en te maken hebben met dezelfde faciliteiten en wet- en regelgeving.

Er zijn zes bedrijfgroepen waarvan er vier bij RECRON zijn aangesloten.

1.Kampeer- en bungalowbedrijven

Je kunt hierbij denken aan campings en bungalowparken. Het gaat hier dus om verblijfsrecreatie.

2. Groepsaccommodaties

Je kunt hierbij denken aan een jeugdherberg, een hostel, een kamphuis of een buitenverblijf waar je met groepen kunt overnachten. Het gaat hier dus ook om verblijfsrecreatie.

3. Dagrecreatie

Het gaat bij dagrecreatiebedrijven om bedrijven waar door de gast niet overnacht wordt. Het gaat daarbij niet om zwembaden en buitensportbedrijven, want die hebben een eigen bedrijfsgroep. Je kunt hierbij wel denken aan attractieparken, kinderspeelparadijzen, escape rooms, paintballboerderijen, bowlingcentra, midgetgolfparken, etc. Te veel om op te noemen dus!

4. Buitensport / VeBON

Een buitensportbedrijf is vaak aangesloten bij de VeBON. Dit is de overkoepelende organisatie voor buitensportbedrijven in Nederland. VeBON staat voor Vereniging voor Buitensportbedrijven. Je kunt hierbij denken aan een recreatiebedrijf waar je kunt survivallen, mountainbiken, roeien of bijvoorbeeld teambuildingsopdrachten kunt doen.

5. Zwembaden  (is vertegenwoordigd via WIZZ.nl – de vereniging werkgevers in zwembaden en zwemscholen)

Een zwembad is ook een dagrecreatiebedrijf waar je je vermaakt in en rondom het water. Let er wel op dat RECRON het hier wel heeft over zelfstandige zwembaden. Mocht de recreatieonderneming een zwembad op de camping of het bungalowpark zelf hebben, dan valt jouw recreatiebedrijf onder de bedrijfsgroep kampeer- en bungalowbedrijven.

6. Sauna en wellness (is vertegenwoordigd via VNSWB.nl – de vereniging van Nederlandse sauna en welness bedrijven)

De aandacht voor het uiterlijk krijgt veel aandacht. Ontspanning voor lichaam en geest naast een drukke baan is even zo belangrijk. Een bezoek aan een sauna, een thermen of een welnessbedrijf valt onder deze bedrijfsgroep.

Het is belangrijk om goed te weten bij welke bedrijfsgroep jouw recreatieonderneming hoort. Dit kan namelijk betekenen dat de recreatieonderneming zich al op een bepaalde doelgroep richt, omdat het vanwege het type bedrijf al een bepaalde doelgroep aanspreekt. Het is dan nog steeds interessant om het beeld van de recreatieondernemer te vergelijken met de werkelijkheid.

Om een goede gastennulmeting te kunnen organiseren is het verder nog belangrijk om te weten of de recreatieonderneming zich op verschillende doelgroepen richt. Dit is belangrijk om te weten omdat je op verschillende momenten in het jaar, seizoen of de week ook verschillende gasten kunt ontvangen op het recreatiebedrijf. We maken daarom onderscheid in de volgende momenten:

• Het laag-, voor- en hoogseizoen
• Doordeweeks en in het weekend
• Overdag en in de avond
• De aanwezige faciliteiten en/of accommodaties

Heb je enig idee hoeveel gasten er op dag-, week,- maand- en/of jaarbasis het recreatiebedrijf bezoeken? Vraag de gegevens direct op bij de recreatieondernemer. Op basis van die gegevens kun je samen bepalen hoeveel gasten je gaat interviewen. Het is raadzaam om van 1 zelftest per 500 gasten uit te gaan. Probeer het aantal wat je met de rereatieondernemer gaat bepalen wel zo haalbaar en realistisch mogelijk te houden.

Als je alle bovenstaande vragen hebt besproken bepaal je tot slot samen waar en vooral wanneer je een gastennulmeting gaat afnemen.

Wanneer het recreatiebedrijf zich niet op verschillende doelgroepen richt in een bepaald seizoen en zich dus het hele jaar door voornamelijk bezig houdt met dezelfde doelgroepen zou je denken dat je er minder rekening mee hoeft te houden. Dat is echter niet helemaal waar, want er kan alsnog een verschil bestaan in doelgroepen zonder dat de recreatieondernemer hier van af weet. Het is dan alsnog verstandig om samen met de recreatieondernemer goed na te denken waar en vooral wanneer je een gastennulmeting gaat afnemen.

Als de recreatieonderneming het wel belangrijk vindt dat er op verschillende momenten bij verschillende gasten onderzoek gedaan wordt, is het verstandig om met de recreatieondernemer afspraken te maken over waar en wanneer de gasten bevraagd gaan worden, maar ook hoe de gasten bevraagd gaan worden. 

In onderstaande tabel kun je zien wat de verschillende belevingswerelden wel en vooral ook niet prettig vinden in de communicatie vanuit de recreatieonderneming naar de gast toe.

Bekijk bijvoorbeeld eens:

• het aanbod van het recreatiebedrijf (seizoensplaatsen, toeristische plekken, chalets e.d.) en de faciliteiten van het recreatiebedrijf (zwembad, restaurant, speeltuin, sportvelden, e.d.).
• Hoe ziet het aanbod er uit?
• Hoe is de inrichting van de accommodaties?
• Zijn er luxe en/of bijzondere faciliteiten?
• Bepaal of dat afgestemd is op één of meerdere belevingswerelden.

Tijdens je rondje over het recreatiebedrijf kom je natuurlijk ook collega’s (recreatiemedewerkers, horecamedewerkers, receptionisten en medewerkers van de technische- en facilitaire dienst) en gasten tegen.

• Maak eens een praatje met ze en vraag eens wat zij zo belangrijk vinden bij het werken op dit recreatiebedrijf of vraag de gasten eens waarom ze zo graag op dit recreatiebedrijf zijn.
• Hoe gedragen de gasten en medewerkers zich?
• Hoe communiceren zij met elkaar?
• Hoe worden gasten in- en uitgecheckt?
• Welke activiteiten worden er georganiseerd?
• Welke extra service wordt er verleend?